Een individuele kwestie
1. Een open deur wellicht maar stipt op 1: jouw hond is niet de hond van de buren en andersom. Het is een individu met een eigen karakter. Wat voor de buurhond goed werkt kan voor jouw hond totaal niet werken. Laat je in de opbouw van de band met jouw hond niet leiden door wat je in jouw (social media) omgeving ziet. Het is appels met peren vergelijken!
2. Niet iedere hond houdt van andere honden, mensen, kinderen, auto’s etc. Zolang het geen welzijnsaantasting is voor de hond is dit oké. Er is niks mis met een hond die niet met andere honden wil spelen, niet met het bezoek wil knuffelen enzovoort. Het gaat erom hoe jij als begeleider hierin staat. Uiteraard heb je ook te maken met de mensen om jou heen en hoe zij met hun honden omgaan. Het kan al veel stress schelen wanneer je tegen jezelf (en anderen) zegt: hey, mijn hond is oké! Wil je weten of jouw hond onder een situatie gebukt gaat? Vraag een professionele trainer of therapeut om raad.
3. Een pup opvoeden kost tijd. Een herplaatser zich thuis laten voelen kost tijd. Gedrag ombuigen kost tijd. Geef dit dus ook. Niet een dag, niet een week, zelfs niet een maand. Maar zo lang jouw hond nodig heeft. Dat kan soms teleurstellend uitpakken wanneer jouw agenda net iets anders loopt dan de agenda van jouw hond. Zonder tijd wordt het houden van honden een behoorlijke (onnodige) uitdaging.
Praktische zaken
1. Honden zijn meesters in onze handen ontwijken, zeker wanneer deze iets leuks van ze willen afnemen (denk aan aanlijnen tijdens een leuk spelletje in het park). Leer jezelf aan om bij het trainen van het hier komen regelmatig de halsband of tuig van jouw hond vast te pakken en daarna ook weer vrij te geven. Zo leert deze dat het vastpakken van halsband of tuig niet betekent: einde fun.
2. Steek jouw hand uit met een lekker voertje en laat jouw hond dit pakken. Wanneer jouw hond het voertje pakt, pak jij met de andere hand onderhands de halsband of tuig van de hond. Zo voorkom je dat je jouw hond moet grijpen. Sommige honden vinden dat een leuk spel, andere juist erg bedreigend (foto/video invoegen).
3. Leer jezelf aan om zoveel mogelijk twee handen aan de lijn te hebben. Zeker wanneer je met een ‘spring in het veld’ loopt. Schiet jouw hond opeens weg aan de lijn dan sta je stabiel. Heb je de lijn slechts in een hand dan is de kans groot dat deze losschiet of jouw hand verwond door de snelheid (bij snijdende lijnen). Wij zweren tegenwoordig bij de power line van Tre Ponti. Deze heeft op twee punten een heerlijk zachte stof, waardoor het lekker in de hand ligt. Ideaal wanneer je een echte krachtpatser aan de lijn hebt.
4. Probeer zoveel mogelijk de lijn voor je te houden en dus niet achter je rug. Onbewust ben je snel geneigd hem achter je rug vast te houden. Ziet jouw hond wat dan word je daardoor verrast en kun je je zelf lelijk blesseren. Om nog maar te zwijgen over het risico wanneer jouw hond losschiet.
5. Heb je een hond die niet los kan, dan is het fijn om een lange lijn bij je te hebben tijdens de wandeling. Zo heeft hij toch de vrijheid. Wij gebruiken daarvoor altijd een normale lange lijn en geen flexlijn. Deze heeft soms de neiging om tussendoor te blokkeren en jouw hond krijgt dan onverwachts een flinke ruk. Daarbij kan het handvat van de flex snel glad worden, waardoor het uit de handen schieten redelijk snel kan voorkomen. Heb je dus een hond die niet los kan of mag kijk dan naar een goede lange antislip lijn. Wil je tussendoor wisselen van lijn klik dan altijd eerst de nieuwe lijn vast op halsband of tuig voor je de andere los maakt. Binnen een seconde kan een hond al de benen hebben genomen.
Nooit meer vergeten
1. Het perfecte voer bestaat niet
2. Het perfecte tuig of halsband bestaat niet
3. De perfecte trainingstechniek bestaat niet
4. Het liefste ras bestaat niet
5. Het agressiefste ras bestaat niet
6. De beste trainer ter wereld bestaat niet
Alles is relatief, alles is ‘afhankelijk van’ en alles dient per individu bekeken te worden.