· 

Zoek je match

Ken je dat? Dat naar mate je ouder word je ook steeds meer andere interesses krijgt? Zo vond ik vroeger koken leuk en ontspannend. Uitgebreid zoeken naar een passende maaltijd. Boodschappenlijstje mee naar de winkel. Check, check, check alles in je karretje. Recept uitdraaien en de punten van a naar b afgaan. Voilà: diner!

 

Maar sinds enige tijd kan mij dat niet echt meer bekoren. Ik word een beetje kriegel van dat stappenplan. Mis je een puntje dan draait er zo een flubberpudding uit de oven. Terwijl je bezig was met een cake. Nee lijstjes passen mij niet. Geef mij maar een gezonde dosis freestyle. Lades open, kijken wat er in huis is om mee te werken en hop aan de slag. Eén van mijn lekkerste taarten (al zeg ik het zelf. Andere zeiden het trouwens ook) was een taart waarbij ik zo ver out of the box moest denken dat de hele box niet eens meer zichtbaar was. 

Voor ik de Hondenkaravaan startte had ik wel 10 bijbaantjes om een startkapitaal bij elkaar te sparen. Bij één van die baantjes werd er een middag met hapjes en drankjes georganiseerd voor het personeel. De inzet: iedereen neemt zelf wat mee. Sharon, doe jij de taart? Zogezegd zo gedaan. Worteltaart zou het worden geloof ik. Lijstje gemaakt. Check, check, check in de winkel. Aan de slag. Om een lang verhaal kort te maken kwam er na de beoogde baktijd niet iets uit dat echt leek op het plaatje. En hoewel het baantje bij een lokaal gezondheidscentrum was vond ik het wel een beetje de kat op het vegetarische spek binden om iets te serveren waar iedereen op zijn minst buikpijn van zou krijgen. Dus shit; wat nu? Gezichtsverlies lijden en aankomen met kant en klare koeken van de Appie? No way. Strever Sharon likt nog liever aan een tramstoel. Dus alle lades werden opengetrokken. Wat was er waar ik mee kon werken? Cake mix, bananen, noten, poedersuiker, wat vertrapte kaakjes. Als een doorgeslagen onderzoeker ging ik aan het werk. 5 minuten voor ik met jas en al klaar moest staan voor vertrek was ik klaar. Hij zag er, al zeg ik zelf, in ieder geval top uit. Dus ook als iedereen alsnog buikpijn zou krijgen dan hadden ze dat in ieder geval niet direct door. 

 

Om jullie een hoop onnodige details van die middag te besparen skippen we even naar het eindresultaat. Mensen vonden hem top. Wat apart! Fijngestampte banaan met poedersuiker, een zachte én harde bodem van cake en koek? Briljant! Mogen we het recept? Hoe heb je dit bedacht? Ik voel de veren nog zitten wanneer ik eraan terugdenk. 

 

De kern van dit verhaal? Sharon is niet zo gek op lijstjes afwerken. Op lijstjes op zich wel hoor. To do lijstjes ben ik gek op. Maar dan niet in een vaste volgorde. Gewoon wat op dat moment uitkomt en wat op dat moment nodig is. Zoals bij de gezondheidscentrum taart. 

Zo ben ik ook als trainer, denk ik. Ik kijk naar wat er in de keukenkastjes ligt en probeer er een zo’n lekker mogelijke taart van te maken. Daar passen mensen bij die deze manier van werken fijn vinden (of op zijn minst kunnen waarderen). Maar ik heb geleerd dat de diehard recepten opvolgers dit lastig vinden. Hoewel voor mij de structuur altijd heel duidelijk is, kan dit voor andere juist verwarring scheppen. Want waar zijn we dan precies in het recept en komen we zo wel bij het eindproduct. Ik heb mij aangeleerd werken met de ingrediënten die ik kan vinden, maar dat wil niet zeggen dat er niet meer bestanddelen tot een goede taart te vinden zijn.

 

Afgelopen jaar heeft heel erg in het teken gestaan van zoeken naar het type cursist dat het best bij mij past. Een paar jaar geleden had ik daar niet eens aan kunnen denken. Hoezo ideale cursist? Alles met een staart kan toch? Ja, qua honden heb ik geen voorkeuren. In de loop van de tijd leer je wel bepaalde overeenkomsten tussen rassen of kruisingen zien en daarmee ook wel bepaalde gedragingen die ik als trainer makkelijker en moeilijker vind om te behandelen. Maar bij de hond hoort altijd een mens en daarin zit een hoop variatie. De manier waarop je een boodschap wilt brengen kan sterk variëren. Dezelfde boodschap doorgeven aan twee verschillende mensen kan een heel ander resultaat opleveren. Denk maar eens aan hoe mensen soms een e-mail lezen. De een leest een neutraal bericht, de ander ziet er wellicht een aanval in. Om jouw boodschap dus zo optimaal mogelijk bij de ontvanger te krijgen moet je als dienstverlener leren om deze boodschap qua toon aan te passen waar dat nodig is. Laatst vroeg ik aan mijn bedrijfscoach (die ook cursist bij mij is geweest) wat zij een typische eigenschap vond van mij al trainer. Zij noemde toen improvisatievermogen en dat vond ik een mooie omschrijving. Voor een bepaald type cursist is dit denk ik ook een fijne eigenschap. Maar ik heb ook geleerd dat een ander type hier moeite mee heeft. Ik kan, al zeg ik het zelf, redelijk snel schakelen. Soms zo snel dat ik vergeet om de tussenstappen die ik in mijn hoofd heb gemaakt ook uit te leggen aan de cursist. Dat kan voor iemand die graag aan structuur vasthoudt niet altijd goed te volgen zijn. Op mijn beurt merk ik dat mijn coaching niet aankomt, wat ook mij weer stress geeft. Zo werd het beeld van mijn ideale cursist steeds duidelijker.

 

Met de komst van mijn andere trainers kunnen wij met elkaar een redelijk groot deel van alle karakters coachen én onderling sparren over hoe wij onze dienstverlening kunnen verbeteren. Dat is natuurlijk fantastisch maar veel van mijn concullega’s door het land werken alleen en hebben deze luxe niet altijd. Soms hoor ik berichten over de manier waarop er les wordt gegeven door andere hondenscholen. Al tijden geleden heb ik geleerd om hier niet te veel in mee te gaan, even ervanuit gaande dat het hier niet gaat over trainers die hondenwelzijn structureel schaden door extreem aversieve trainingsmethodes te gebruiken.  Deels omdat roddel en achterklap mij niet een betere trainer maken en deels omdat de waarheid vaak ergens in het midden ligt. Steeds vaker vraag ik mij ook af of iemand misschien gewoon geen klik had met de manier van lesgeven. Er zit een wereld van verschil tussen iemand die moet zoeken hoe zijn boodschap het beste kan worden verteld en iemand die slecht in zijn vak is. De meeste hondentrainers gaan dit vak doen, omdat ze gek zijn op honden en persoonlijk waarschijnlijk honden goed kunnen trainen. Maar in veel opleidingen wordt er maar weinig tijd besteed aan mensengedrag. Het is gewoon hele andere koek.

 

Persoonlijk vind ik zoeken naar hoe iemand kan groeien het leukste dat er is en vanuit een eigen interesse heb ik mij ook verdiept in hoe mensen leren. Maar het zal mij nooit lukken om alle mens en hond combinaties te helpen. Sommige combinaties kunnen misschien niet geholpen worden. Maar voor al die anderen zijn er gelukkig nog vele andere opties. Andere trainers met een andere benaderingswijze. Gelukkig maar, want alleen zo kunnen de meeste honden geholpen worden.

 

Meer lezen?

8 keer per jaar brengen wij een online E-magazine uit. Het eerste nummer is ter introductie kosteloos via onze site te lezen. Meer info via onderstaande knop.